FOKREGELEMENT

Introductie
Het fokreglement is opgesteld door de fokcommissie van de S.W.V.N.. Bij de opstelling is rekening gehouden met verschillende doelen van de vereniging.
- Gezonde pups (testen op genetische aandoeningen ouders, uitsluiten van ouders met meer dan toevallige aantallen van bepaalde ziektes in een lijn)
- Voldoende genetische diversiteit (lage COI)
- Testen aanraden die gevraagd worden door zusterverenigingen, zodat een grotere genetische diversiteit door verparingen met honden van buitenlandse verenigingen ook mogelijk is.
1. Gezondheidsonderzoeken
1.1. Registratie van stamboom
De commissie vindt het belangrijk dat onze honden te allen tijde identificeerbaar zijn en dat hun afstamming verifieerbaar is.
Daarom is van elk fokdier een DNA-afstammingscertificaat nodig. De pups krijgen naast de stamboom ook een DNA- afstammingscertificaat mee voordat ze aan de kopers worden overgedragen. Dit zorgt voor:
- Transparantie naar de koper
- Geen valse voorouders/voorouderlijke paspoorten
- Bescherming tegen erfelijke ziekten en afwijkingen
- Bescherming tegen inteelt
- Kopers bescherming, bescherming tegen fraude
1.2. Verplichte gezondheidsonderzoeken MDR1 en CEA
De fokdieren worden getest op MDR1 en CEA voordat met de fok gestart wordt. Met deze kennis kan ervoor gezorgd worden dat een eventueel defect helemaal niet of slechts op één allel(drager) bij de nakomelingen aanwezig is. Honden waarvan de ouders al over alle verplichte genetische tests beschikken waarvan het resultaat duidelijk vrij is van een genetisch defect (MDRl: +/+, CEA: N/N), hoeven niet meer te worden getest. Ze worden beschreven als ´vrij door ouders“; of „vrij door ouders“ pp- per afstamming.
Dit geldt ook voor alle volgende generaties.
Hart echografie
Bij de S.W.V.N. gebruiken we uitsluitend fokdieren die, voordat ze worden ingezet voor de fok, een cardiologisch onderzoek door een specialist hebben ondergaan. Dat kan op zijn vroegst als de hond 16 maanden is. Daarnaast dient dit onderzoek herhaald te worden als tijdens de jaarlijkse controle bij de dierenarts een afwijkende hartauscultatie wordt geconstateerd want dit kan
de hond ook op latere leeftijd ontwikkelen.
1.3. Aanbevolen gezondheidsonderzoeken
Aanbevolen wordt om een uitgebreide DNA-test te doen met de volgende onderdelen:
1. Risico inschatting voor de meest voorkomende genetische aandoeningen.
2. Genetische eigenschappen en overige kenmerken, waaronder vachtkleur en verdunning hiervan. Deze kunnen indirect invloed hebben op de gezondheid.
3. Allergie en risico-analyse (haplotypen)
De DNA-testen van Embark en van Feragen zijn hierin zeer aan te bevelen, vanwege hun complete aanbod:
- https://shop.embarkvet.com/products/embark-dog-dna-test-kit
- https://shop.feragen.at/en/products/dogcheck
Let op: CEA zit bij Feragen niet in standaardpakket, indien gewenst moet dit apart aangevinkt worden.
2. Fokgoedkeuring erkende fokkers
Om te kunnen fokken bij de S.W.V.N. dient men een kennelnaam aan te vragen bij de Raad van Beheer. Met een kennelnaam onderscheidt een fokker zich in positieve zin. Honden met een kennelnaam zijn herkenbaar tussen hun soortgenoten.
Daarmee geeft de fokker aan trots te zijn op de pups die hij/zij gefokt heeft en helemaal achter zijn manier van fokken te staan. Voor het aanvragen en houden van een kennelnaam moet een fokker aan een aantal eisen voldoen. De criteria waar een kennelnaamhouder aan moet voldoen, hebben betrekking op het welzijn en de gezondheid van je honden, een behoorlijke huisvesting, verantwoorde leefomstandigheden voor moeder en pups, en een correcte administratie van de fokkerij.
Loopse teven moet je kunnen scheiden van eventuele aanwezige reuen. De omgeving van het nest moet droog, schoon, warm en ruim zijn. Je moet je honden ook regelmatig kunnen inspecteren. De moederhond moet voldoende mogelijkheid hebben om zich in de kraamkamer te verplaatsen. Ze moet ook buiten bereik van de pups kunnen liggen en naar buiten kunnen voor haar behoeften. Voor de goede socialisatie van de pups moet de fokker voldoende maatregelen nemen (zie 4.4). Tenslotte moet de fokker op de hoogte zijn van de administratieve handelingen rondom het fokken.
​
Daarnaast dient elke fokker, ongeacht of het een hobby- of bedrijfsmatige fokker is, zich te registreren bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) aan te vragen. Van belang is dat iedere fokker zich eenmalig moet registreren bij de Raad van Beheer. Deze registratie is ook verplicht als je als fokker slechts één nestje wil fokken! Alle dekkingen moeten vooraf aangemeld moeten worden bij de fokcommissie voordat de dekking plaats kan vinden.
3. Maatregelen om de genetische variabiliteit in de Windsprite populatie te vergroten
3.1. Open stamboek
In Nederland is geen groot aantal Windsprites die geschikt zijn voor voortplanting. De genenpool van de Windsprite-populatie in Nederland wordt nog meer acceptabel als er over de clubgrenzen heen fokwerkzaamheden worden uitgevoerd. De S.W.V.N. geeft het goede
voorbeeld en houdt een open stamboek bij. Alle door de Raad van Beheer erkende stambomen worden geaccepteerd.
3.2. Verbod op lijnteelt en inteelt
In principe moet er bij het paren rekening mee gehouden worden dat de inteelt coëfficiënt zo
laag mogelijk is. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar
broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
3.3. Terugkruising / Uitkruising
Paringen met het Whippet-ras zijn over het algemeen toegestaan.
De gezondheid van het Silken Windsprite-ras heeft de hoogste prioriteit voor Windsprite-liefhebbers. Om die reden wil de commissie zich niet volledig afsluiten voor de Backrcss/Outcross, maar we staan ​​er wel kritisch tegenover. De goedkeuring van de fokcommissie is een vereiste. Uit respect voor het ras Silken Windhound achten wij verdere kruisingen met Barzoi niet wenselijk.
Bij het overwegen van fokmethoden voor verdere paring moet niet alleen rekening worden gehouden met het genotypische gehalte aan vreemd bloed. Dit geeft slechts wiskundige informatie over het percentage van het vreemde ras.
3.4. Import van hoogwaardige fokdieren uit het buitenland
De commissie pleit voor uitwisseling over de landsgrenzen heen om de genetische variatie van de windsprite populatie te vergroten.
De import en export van pups en sperma kan een waardevolle bijdrage leveren aan de Windsprite-fok.
Indien u een hond of sperma wenst te importeren staat de commissie het lid graag bij tijdens de selectie, het contact met de fokker of de eigenaar van de reu. Stambomen en fokkeuringen van andere clubs worden geaccepteerd, mits aan alle gezondheidseisen van onze vereniging wordt voldaan.
4. Algemene eisen aan ouderhonden en de opvoeding van pups
4.1 Moederhond
De minimum leeftijd van de moederhond is 22 maanden op de dag van de dekking. De moederhond moet tenminste één loopsheid doorgemaakt hebben De maximum leeftijd is 72 maanden bij een 1e dekking en 96 maanden bij de laatste dekking.
De moederhond mag niet meer dan één nest per kalenderjaar grootbrengen. Maximaal mag een moederhond 4 nestjes grootbrengen.
Verplichte gezondheidsonderzoeken zijn:
- MDR1 en CEA (zie punt 1.2)
- Hartecho (zie punt 1.2)
- De moederhond moet aangekeurd zijn door de Raad van Beheer, of een door de RvB erkende stamboom te hebben.
- Fokgeschiktheids keuring: Exterieur, gedrag en gezondheid beoordeeld door keurmeesters van S.W.V.N.
4.2. Vaderhond
De minimum leeftijd van de vaderhond is 16 maanden op de dag van de dekking. Er is geen maximum leeftijd voor de vaderhond.
Cryptorchide/monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij. De commissie wijst elke algemene beperking van paringen af. Een reu die overtuigt qua gezondheid, fenotype en temperament heeft het recht om ingezet te worden voor de fokkerij. Belangrijker is hoeveel van zijn nakomelingen er worden ingezet voor de fokkerij. Bij twijfel beslist de fokcommissie. Er worden gezondheidsgegevens en fokgegevens van de nakomelingen van de vaderhonden geregistreerd. Op deze manier kan het voortplantingsproces gereguleerd
worden. Door dit individuele proces blijft de diversiteit van het Silken Windsprite ras behouden en kunnen goede genen worden doorgegeven.
We stellen onze vaderhonden daarom graag ter beschikking aan andere fokkersverenigingen, als wij in ruil daarvoor vaderhonden van deze verenigingen in onze kennels mogen gebruiken.
Toelatingseisen om op de dekreu lijst te komen:
- MDR1 en CEA (zie punt 1.2)
- Hartecho (zie punt 1.2)
- De vaderhond moet aangekeurd zijn door de Raad van Beheer, of een door de RvB erkende stamboom te hebben.
- Fokgeschiktheids keuring: Exterieur, gedrag en gezondheid beoordeeld door keurmeesters van de S.W.V.N.
- De eigenaar is lid van de S.W.V.N.
4.3. Oudercombinaties
Van beide ouders zijn de hoogtes gemeten, de maat geeft verder geen uitsluiting. Maximaal twee nesten uit dezelfde oudercombinatie zijn mogelijk. Het herhalen van een combinatie is slechts toegestaan indien er zich in het eerste nestje binnen 24 maanden geen bewezen erfelijke problemen hebben geopenbaard. Tevens alleen indien in het eerste nestje niet meer dan 7 pups zijn geboren. Beide ouders hebben een door de Raad van Beheer erkende stamboom. Het is toegestaan dat een teef tijdens een en dezelfde loopsheid door één extra reu wordt gedekt. Deze dubbele dekking kan in bepaalde gevallen gunstig zijn voor de diversiteit. Dit is alleen mogelijk na overleg met en goedkeuring door de fokcommissie.
4.4. Pups
De pups die onder de vlag van de S.W.V.N. gefokt worden groeien op in een huiselijke omgeving. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat de pups goed in het gezinsleven kunnen integreren. De pups worden optimaal gesocialiseerd door het voortdurende contact met mensen, volwassen honden en andere (huis-)dieren, maar ook door het leren kennen van de dagelijkse huishoudelijke taken en het veelvuldig in handen nemen. Ook worden de pups blootgesteld aan het openbare leven zodat ze opgroeien tot zelfverzekerde stabiele honden. Niet alleen worden onze fokdieren uitgebreid getest, maar elke pup wordt ook grondig onderzocht door een dierenarts voordat hij of zij wordt overgedragen. De pups zijn volgens de gangbare veterinaire inzichten gechipt, ontwormd en gevaccineerd en ze zijn in het bezit van een Europees dierenpaspoort. De afgifte van de pups is bij een minimale leeftijd van 8/9 weken.
Aldus vastgesteld door de fokcommissie en het bestuur van de Silken Windsprite Vereniging Nederland op 20 augustus 2025
De voorzitter, De secretaris
Marry Reijerkerk, Rita Gijsen
.png)